Hoor, wie klopt daar kind'ren
Hoor, wie klopt daar kind'ren
Hoor, wie tikt daar zachtjes tegen 't raam
't Is een vreemd'ling zeker
Die verdwaald is zeker
'k Zal hem gauw eens vragen naar zijn naam
Bijna zolang als de mens bestaat kennen we het
fenomeen van de vluchteling. Vanwege hongersnood of moord vluchtte hij in alle
tijden naar andere streken. Tegenwoordig heten ze economisch of politiek
vluchteling. In de Bijbel wordt om een goede zorg voor de vreemdeling gevraagd
: “En wanneer een vreemdeling bij u in uw land verblijft, zult u hem niet
onderdrukken”. Daarbij hoort ook het onderdak verlenen aan de vluchteling:
“Want ik had honger en jullie gaven mij te eten. Ik had dorst en jullie gaven
mij te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie namen mij op. Ik was naakt en
jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij. Ik zat gevangen en
jullie kwamen naar mij toe” (Mattheüs 25:35-46).
In schril kontrast staat hiermee wat er
bijvoorbeeld in Zaanstad op de zogenaamde bajesboten gebeurt: ruim vijfhonderd
vluchtelingen zitten er voor onbepaalde tijd achter de tralies op boten, in
afwachting van mogelijke deportatie. De gevangene moet de bezoeker op de
bezoeklijst zetten. Hij moet daarvoor van de bezoeker de volledige naam en
geboortedatum weten en de bezoekafspraak maken. Daarna moet hij de bezoeker
laten weten wanneer die op bezoek kan komen. Mensen van buiten kunnen dus niet
zomaar op bezoek: ze moeten eerst iemand binnen kennen en aan die persoon de
eigen gegevens doorgeven. Kritische burgers zijn in het verleden als bezoeker
geweigerd. Voor en na het bezoek kan een gevangene verplicht worden om zich te
laten visiteren. Dat kan elke keer gebeuren, of steekproefsgewijs.
Als iemand op bezoek komt, kan die ook spullen
invoeren, zoals kleding. De gevangene moet daarvoor wel een zeer gedetailleerd
formulier hebben ingevuld, anders komt het er niet in. Als audio-apparatuur en
dergelijke wordt ingevoerd, dan zijn daaraan eisen gesteld. Zo mag er geen
opnamemogelijkheid zijn. De apparatuur wordt door een bedrijf uit elkaar
gehaald ter controle. Daarvoor moet de gevangene betalen. Alleen simpele dingen
mogen, en het mag ook niet al te luid klinken.
Zaanstad is maar een voorbeeld van hoe
tegenwoordig een vluchteling in Nederland wordt ontvangen. Er zijn meerdere
doorgangscentra in Nederland, waar de vreemdeling een tijdlang wordt opgehokt
(Rotterdam, Schiphol, Ter Apel enz), in afwachting van verdwijning naar het
land van herkomst. In de reguliere media wordt er opvallend weinig aandacht
aan besteed.
Uitgeprocedeerde vluchtelingen worden ook
geregeld op straat gezet. Kinderen worden van hun ouders gescheiden. Dat alles
zorgt voor een flinke toeloop van zogenaamde ‘buitenslapers’. Bij extreem koud
winterweer is er misschien nog opvang in locale gemeentes voor de “zeer
schrijnende” gevallen. De rest moet maar verlaten fabriekshallen opzoeken of
kuilen graven om in te slapen! Welkom in ‘joods-christelijk’ Nederland!
(Met dank aan de website van Joke Kaviaar)